Loading...
 

Psalm 107

Psalm 107: Gods liefde kent geen grenzen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 991-994)

‘Dank de Heer, want hij is goed.
Zijn liefde blijft altijd bestaan.’
Dat zeggen de mensen die de Heer heeft bevrijd.
Hij bevrijdde hen van hun vijanden.
Hij bracht hen bij elkaar uit alle landen:
uit het oosten en het westen,
uit het noorden en het zuiden.


Soms liepen mensen rond in de woestijn.
Ze vonden nergens een weg,
nergens een stad om in te wonen.
Ze hadden honger en dorst,
ze gingen bijna dood.

Ze waren bang, ze riepen naar de Heer.
En hij bevrijdde hen uit het gevaar.
Hij bracht hen naar een goede plek,
naar een stad waar ze konden wonen.

Laat iedereen de Heer danken, want hij is trouw.
Hij doet wonderen voor mensen.
Aan mensen die dorst hadden, gaf hij te drinken.
Aan mensen die honger hadden, gaf hij te eten.
Ze kregen meer dan genoeg.


Soms zaten mensen in een donkere gevangenis,
ze zaten vast met ijzeren kettingen.
Want ze hadden niet geluisterd naar God,
ze waren niet gehoorzaam aan de Allerhoogste.
Daarom strafte hij hen met ellende.
Niemand hielp hen toen ze het moeilijk hadden.

Ze waren bang, ze riepen naar de Heer.
En hij bevrijdde hen uit het gevaar.
Hij bevrijdde hen uit de donkere gevangenis,
hij maakte hun kettingen los.

Laat iedereen de Heer danken, want hij is trouw.
Hij doet wonderen voor mensen.
Bronzen deuren sloeg hij kapot,
ijzeren kettingen brak hij in stukken.


Soms werden mensen gestraft
omdat ze slecht leefden en kwaad deden.
Ze wilden niets meer eten,
ze waren al dicht bij de dood.

Ze waren bang, ze riepen naar de Heer.
En hij bevrijdde hen uit het gevaar.
Toen de Heer sprak, werden ze beter.
Hij redde hen van de dood.

Laat iedereen de Heer danken, want hij is trouw.
Hij doet wonderen voor mensen.
Laat iedereen hem dankoffers brengen,
laat iedereen juichen
en vertellen over de grote daden van de Heer.


Soms zaten mensen in een boot op zee,
op weg naar verre landen.
Op zee zagen ze de wonderen van de Heer,
de grote daden die hij deed.

Want toen de Heer een bevel gaf,
ging het stormen,
de golven werden heel hoog.
De boten werden opgetild door de golven,
de zeemannen voelden zich ellendig.
Ze vielen, ze leken wel dronken.
Aan al hun kennis hadden ze niets.

Ze waren bang, ze riepen naar de Heer.
En hij bevrijdde hen uit het gevaar.
De Heer maakte een eind aan de storm.
Hij maakte de zee weer kalm,
en de zeemannen waren blij.
Toen bracht de Heer hen naar een veilige haven.

Laat iedereen de Heer danken, want hij is trouw.
Hij doet wonderen voor mensen.
Laat iedereen hem eren,
en voor hem zingen in de tempel.


Als mensen slecht leven,
verandert de Heer rivieren in een woestijn,
van water maakt hij droge grond,
op de akkers kan niets meer groeien.

Maar voor mensen die honger hebben,
maakt hij van droog land een rivier,
en verandert hij woestijn in vruchtbaar land.
Daar kunnen ze leven.
Ze bouwen er een stad waar ze kunnen wonen.
Ze zaaien er graan, ze planten er druiven,
en ze krijgen een goede oogst.

Als de Heer geluk en vrede aan hen geeft,
wordt hun volk steeds groter,
en krijgen ze steeds meer vee.
Maar als de Heer hun geen geluk en vrede geeft,
wordt hun volk steeds kleiner.
Ze worden verdrietig en ongelukkig.
De Heer maakt sterke heersers machteloos.
Hij laat ze zwerven in de woestijn,
waar het leeg en verlaten is.
Maar arme mensen beschermt hij.
Hij zorgt ervoor dat ze geen slaaf worden,
en hij geeft ze veel kinderen.

Goede mensen zijn blij om dat te zien,
maar slechte mensen zullen zwijgen.
Wijze mensen zullen steeds denken
aan de goedheid van de Heer.
Zij weten: de Heer is trouw!



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Dank God, want Hij is goed,
zijn liefde kent geen grenzen.
Dat zeggen de mensen die Hij heeft bevrijd.

Sommigen varen met hun schepen op de zee,
op weg naar verre landen.
Ze zagen met eigen ogen
de wonderen van God op zee.
Op zijn bevel stak een stormwind op,
die zwiepte de golven omhoog.
Zij vlogen op naar de hemel,
ploften neer in de diepten,
en vergingen van angst.
Zij rolden en tuimelden, als dronkaards,
Aan hun stuurmanskunst hadden ze niets.
In hun nood riepen zij God aan,
en Hij redde hen uit hun angst:
Hij wist de storm tot zwijgen te brengen.
Het geweld van de golven viel stil.
Wat waren de zeelui blij toen die gingen liggen:
God bracht hen naar de gewenste haven.
Laat iedereen God danken om zijn liefde,
om de wonderen die Hij voor mensen doet.
Laat iedereen God eren,
en voor Hem zingen in de tempel.



Bij de tekst

Dankpsalm

Omdat psalm 107 begint met een uitroep van dankbaarheid ‘Loof de Heer, want Hij is goed!’ wordt die psalm een dankpsalm genoemd. Dit is een lied waarin één gelovige of een hele groep God dankt voor wat Hij heeft gedaan. Zo’n psalm vermeldt niet noodzakelijk alleen rozengeur en maneschijn. Ook in heel moeilijke situaties van het leven kunnen mensen ervaren dat God aanwezig is, hen niet in de steek laat.



Betekenis

Het bedaren van de storm als antwoord op het gebed van mensen in nood, is een teken van de barmhartigheid en de kracht van God.



Relatie met het Nieuwe Testament

Wanneer de evangelisten schrijven dat Jezus een storm stilt, dan zeggen ze tegelijk: God deelt zijn barmhartigheid en kracht met Jezus.
Klik hier voor info en suggesties bij deze tekst.





Suggestie

Jongeren

VERDIEPEN

De inspiratie van Lucas

(C. LETERME in Samuel plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 4)

Lees de volgende tekst voor:

Er zijn er die op zee varen.
Zij zien de werken van God,
ze zien zijn wonderen in het water.
God spreekt: en er steekt een storm op.
Die zwiept de golven omhoog.
Ze vliegen naar de hemel,
ploffen neer in de diepte.
Hun maag keert om van ellende.
Ze rollen en tuimelen,
alsof ze dronken zijn.
Al hun kennis over het varen
kunnen ze niet gebruiken.
In hun nood roepen ze tot God
en Hij verlost hen uit het gevaar:
Hij doet de storm zwijgen
en de golven leggen zich neer.
Ze zijn blij dat de zee weer kalm is
en God hen naar de haven leidt!
Ze danken God voor zijn trouw,
en voor wat Hij doet voor de mensen.
Ze loven en prijzen Hem!
(Naar psalm 107, 23-32)


Vertel dat dit een stukje is van een gebed dat de joden bidden. Het is al een heel oud gebed.
Bezorg de kinderen dit werkblad. Daarop vind je beide teksten naast elkaar.
- Wat is hetzelfde in beide teksten?
- Wat is anders in beide teksten?
- Waarom zou Lucas dit verhaal in zijn evangelie geschreven hebben over Jezus?
(In Jezus kun je God aan het werk zien; Jezus handelt zoals God)

- Waarom lezen we nog steeds dit verhaal?
We varen toch niet op zee en zeker niet als we zouden weten dat het kan stormen.